Morton neuroom
Mortonse neuralgie, Morton's neurinoom, Mortonse interdigitale neuralgie

Een Morton neuroom is een plaatselijke verdikking van een gevoelszenuw tussen de tenen. Meestal is dit tussen de derde en de vierde teen vanaf de grote teen gezien. Oorzaak van deze zwelling is een verhoogde druk op de zenuw.

Een Morton neuroom kan pijnklachten en tintelingen veroorzaken die uitstralen naar de tenen. Met name lopen kan hierdoor erg vervelend worden.

Beschrijving van de aandoening

In de voet lopen vele vertakkingen van zenuwen. Zo ook tussen de uiteinden van de middenvoetsbeentjes onder de bal van de voet. Daar kan een Morton neuroom zich voordoen.

Bij deze aandoening is sprake van een irritatie van de zenuw waardoor op die plek extra zenuwweefsel gevormd wordt. Hoewel het hier gaat om een goedaardige woekering van een zenuw, kan dit wel vervelende klachten met zich meebrengen. Omdat het een gevoelszenuw betreft, is bij deze aandoening alleen het gevoel aangetast. De motorische functies blijven intact, er is dus geen uitval van spieren.

Een Morton neuroom kan zich bij iedereen op elke leeftijd voordoen. Maar, de aandoening komt wel tot 10x vaker voor bij vrouwen. Deze aandoening is vernoemd naar de Amerikaanse chirurg Thomas Morton.

Oorzaak en ontstaanswijze

Een Morton neuroom ontstaat doordat de zenuw bekneld en/of beschadigd raakt, meestal is dit tussen de 3e en 4de teen. De oorzaak van de beknelling is niet altijd even duidelijk. De aandoening komt vaak voor in combinatie met een voetafwijking zoals een platvoet, spreidvoet of holvoet. Ook direct letsel van de voet of zenuw kan een oorzaak zijn. Een duidelijke risicofactor is verkeerd en vooral te krap schoeisel.

Klachten en verschijnselen: symptomen

Klachten die kenmerkend zijn voor een Morton neuroom zijn:

• Pijn onder de bal van de voet met eventuele uitstraling richting de tenen.
  
• Pijn neemt toe bij belasting van de voet of het dragen van (te) krap schoeisel of hoge hakken.
  
• Gevoelloosheid, doof gevoel, prikkelingen en/of tintelingen van tenen.
  
• Ontlasting van de voet vermindert de klachten.
  
• Voornamelijk aanwezig tussen de 3e en 4e teen.

Diagnose

Aan de hand van een vraaggesprek zal de arts of fysiotherapeut erachter proberen te komen wat de klachten zijn en waar deze vandaan komen. Daarna volgt een lichamelijk onderzoek gedaan waarbij lokale drukpijn en het gevoel onderzocht worden. Meestal levert dit voldoende informatie op om de diagnose Morton neuroom te stellen.

Een echo kan de diagnose bevestigen en tegelijkertijd in beeld brengen hoe groot het neuroom is. Eventueel aanvullend onderzoek, in de vorm van MRI of röntgenfoto, kan andere oorzaken van de pijn in de voet en tenen achterhalen.

Behandeling en herstel

Een waardevolle tip is schoeisel te dragen dat niet te krap is rond de voorvoet. Ook kan het nuttig zijn om een steunzool te dragen om de ruimte tussen de middenvoetsbeentjes te vergroten en daarmee de druk op de zenuw te verminderen.

Een volgende stap kan zijn om een injectie met corticosteroïden te plaatsen. Deze werkt helaas vaak maar tijdelijk omdat daarmee de oorzaak van de klachten niet aangepakt wordt.

Operatie
Wanneer deze niet-operatieve behandelmethoden niet voldoende helpen, valt een operatie te overwegen. Hierbij wordt het neuroom verwijderd. Dit heeft een blijvend doof gevoel in het verzorgingsgebied van deze zenuw tot gevolg.

Een andere optie is om het neuroom te laten zitten, maar meer ruimte te creëren waardoor de druk op het neuroom vermindert. Het vervelende gevoel dat het neuroom veroorzaakte, is daarna in de meeste gevallen weg.

Na zes weken is de voet weer volledig genezen. Om te voorkomen dat de klachten terugkeren, is het belangrijk om goed schoeisel aan te trekken en de voet eventueel te ondersteunen met een steunzool.

Advies

U kunt uw klachten controleren met de online fysiotherapie check of een afspraak maken bij een praktijk voor fysiotherapie bij u in de buurt. Vragen over uw klachten kunt u ook anoniem stellen op het forum.

Referenties
Brukner, P. & Khan, K. (2010). Clinical sports medicine. McGraw-Hill: Australia. 3e druk.
Brukner, P. & Khan, K. (2016). Clinical sports medicine (Nederlandse bewerking). 4th edition. Michel van Troost. PreVision, Eindhoven.
Verhaar, J.A.N. & Linden, A.J. van der (2005). Orthopedie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Deel dit artikel: