DISI-deformiteit
Dorsal intercalated segment instability

Bij een DISI-deformiteit is er sprake van een onderlinge standsverandering van twee handwortelbeentjes in het polsgewricht. Dit veroorzaakt klachten in de polsregio, met name bij het strekken van de pols.

Naast een DISI-deformiteit bestaat er ook een VISI-deformiteit (Volar Intercalated Segment Instability). Deze aandoening komt veel minder vaak voor.

Beschrijving van de aandoening

In het polsgewricht liggen acht handwortelbeentjes. Ze worden verdeeld in twee denkbeeldige horizontale rijen die op elkaar liggen en samen de overgang van de onderarm naar de hand vormen. De rij die tegen de onderarm aan ligt is de proximale rij. De andere rij, die dichter naar de vingers toe ligt, is de distale rij.

Bij een DISI-deformiteit spelen de handwortelbeentjes uit de proximale rij de hoofdrol. Het lunatum en het scaphoïd staan niet goed ten opzichte van elkaar. Hierdoor kunnen banden (ligamenten) beschadigen. Er ontstaat instabiliteit van het scapholunaire gewricht.

Oorzaak en ontstaanswijze

Scapholunaire instabiliteit kan vele oorzaken hebben, zoals:

• Een val op de uitgestrekte hand.

  
• (Aangeboren) laxiteit van gewrichten (zwakte van de gewrichtsbanden).

  
• Overbelasting door werkzaamheden of het veelvuldig op krukken lopen.

  
• Gewrichtsontstekingen, bijvoorbeeld als gevolg van reuma.
  
• Een breuk van het scaphoïd.
  

Klachten en verschijnselen: symptomen

Klachten die passen bij een DISI-deformiteit zijn:

• Pijn bij het strekken van de pols.

  
• Krachtverlies van de hand.

  
• Drukpijn op het scapholunaire gewricht.
  
• Knakken of klikken van de pols tijdens bewegen.
  
• Problemen met grijpen en knijpen.
  
• Plotselinge hevige pijnscheuten in de pols.

Diagnose

De arts of fysiotherapeut vraagt in een gesprek naar de klachten en hoe deze ontstaan zijn. Daarna volgt een lichamelijk onderzoek waarbij de hand en pols bekeken worden en enkele tests worden uitgevoerd.
Bij een verdenking op een DISI-deformiteit zal vaak aanvullend onderzoek volgen door middel van röntgenfoto's, een CT-scan of MRI.

Behandeling en herstel

Afhankelijk van de situatie wordt gekozen voor een operatieve of conservatieve manier van behandelen. In ernstiger gevallen van instabiliteit kiest de chirurg vaak om te opereren en de verbinding tussen de handwortelbeentjes te herstellen. Wanneer opereren geen optie is of de klachten minder ernstig zijn, dan zal eerst geprobeerd worden om de klachten te verminderen met handfysiotherapie en een spalkbehandeling.

Advies

U kunt uw klachten controleren met de online fysiotherapie check of een afspraak maken bij een praktijk voor fysiotherapie bij u in de buurt. Vragen over uw klachten kunt u ook anoniem stellen op het forum.

Referenties
Nugteren, K. van & Winkel, D. (2006). Onderzoek en behandeling van de hand - het pols gewricht. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Deel dit artikel: