Intern impingement
Internal impingement, posterior impingement
Bij een intern impingement is sprake van inklemming van weefsel tussen de schouderkop en schouderkom. De klachten worden voornamelijk gevoeld bij bovenhandse sportactiviteiten, zoals het bovenhands werpen. Het is daarom ook één van de meest voorkomende schouderklachten bij bovenhandse sporters.
Naar deze aandoening wordt ook wel verwezen met de namen internal impingement en posterior impingement.
OEFENPROGRAMMA
Intern impingement
Start nu met het online oefenprogramma dat speciaal is samengesteld voor deze klachten door onze fysiotherapeuten. Naar het oefenprogramma »
Beschrijving van de aandoening intern impingement
Het schoudergewricht bestaat uit een schouderkop en schouderkom. De schouderkop is het uiteinde van de bovenarm, de schouderkom is een holvormige uitsparing van het schouderblad. Boven deze uitsparing zit het schouderdak (acromion).
De schouderspieren (rotator cuff spieren) zorgen ervoor dat de schouderkop in de schouderkom kan bewegen. Deze spieren zorgen er ook voor dat de schouderkop in de kom blijft zitten.
Bij een intern impingement worden de schouderspieren aan de achterzijde van de schouder ingeklemd tussen de schouderkop en schouderkom. Voornamelijk in de positie waarbij een bal bovenhands wordt geworpen. In deze positie wordt meestal de pees van de spieren infraspinatus en/of supraspinatus ingeklemd.
Oorzaak en ontstaanswijze intern impingement
Intern impingement komt voornamelijk voor bij bovenhandse sporters. De werpbeweging speelt hierbij een belangrijke rol. Tijdens het werpen - of andere bovenhandse sportactiviteiten - wordt een enorme beweeglijkheid en stabiliteit van het schoudergewricht gevraagd. Als gevolg van het vele werpen is de beweeglijkheid van de schouder waarmee geworpen wordt vaak iets groter dan de schouder waar niet mee geworpen wordt.
De oorzaak van intern impingement is multifactorieel, wat wil zeggen dat meerdere factoren een rol spelen bij het ontstaan. Deze factoren kunnen zijn:
- Instabiliteit aan de voorzijde van de schouder.
- Verhoogde spanning aan de achterzijde van de schouder.
- Verminderde controle van het schouderblad.
- Verkeerde techniek.
- Overbelasting.
- Invloed van het gehele lichaam (kinematische keten).
Door instabiliteit aan de voorzijde ontstaat er meer ruimte aan de voorzijde van het schouderkapsel. Tijdens het werpen rolt en glijdt de schouderkop naar voren in de kom. Bij instabiliteit kan de schouderkop te ver naar voren glijden. Als de schouderkop te ver naar voren beweegt, ontstaat aan de achterzijde extra ruimte. In deze ruimte kan inklemming van de spieren ontstaan.
Daarnaast is de achterzijde van het schouderkapsel vaak strak gespannen. Door deze spanning wordt de schouderkop naar voren geduwd. Deze verschuiving kan weer instabiliteit aan de voorzijde veroorzaken.
Opmerkelijk is dat zowel instabiliteit aan de voorzijde als spanning aan de achterzijde van de schouder voorkomt bij elke bovenhandse sporter. Dus zowel bij degene met schouderklachten als degene zonder schouderklachten. Het zijn daarom de andere factoren die ervoor zorgen dat deze kenmerken klachten gaan geven.
Klachten en verschijnselen: symptomen intern impingement
De meest genoemde klachten zijn, stijfheid bij het werpen en pijn aan de achterzijde van de schouder. Vaak wordt ook opgemerkt dat er verlies van prestatie is. Dit verlies kan zowel in snelheid, kracht of coördinatie zijn. De klachten worden opgewekt door de sportactiviteit. Meestal zijn de klachten niet aanwezig in het dagelijks leven.
Intern impingement kan in drie stadia worden ingedeeld:
Stadium 1
Een gevoel van stijfheid in de schouder en een langere warming-up nodig hebben om warm te worden. Hierbij zijn geen pijnklachten aanwezig.
Stadium 2
Klachten als in stadium 1, waarbij nu pijn aanwezig is tijdens bovenhandse sportactiviteiten. Hierbij is er geen pijn tijdens dagelijks functioneren.
Stadium 3
Pijnklachten en stijfheid zijn aanwezig bij sport en dagelijkse activiteiten, ook na een periode van rust.
Tijdens lichamelijk onderzoek wordt een toename van de beweeglijkheid gezien bij het naar buiten draaien van de arm (exorotatie) en verminderde beweeglijkheid bij het naar binnen draaien van de arm (endorotatie).
Diagnose intern impingement
De diagnose wordt gesteld aan de hand van een vraaggesprek en lichamelijk onderzoek. Aanvullend onderzoek is niet nodig om de diagnose intern impingement te stellen.
Bij verdenking van letsel aan het labrum is aanvullend onderzoek aan te bevelen. Het labrum is een ring van bindweefsel die op de schouderkom ligt. Labrumletsel in combinatie met intern impingement komt regelmatig voor. Bij beschadiging van het labrum kan deze ingeklemd komen te zitten (SLAP laesie). Om dit uit te sluiten wordt een MRI-scan gebruikt.
Behandeling en herstel intern impingement
De behandeling van intern impingement is in de meeste gevallen niet-operatief (conservatief). Voor een juiste behandeling is het stadium van intern impingement van belang. Daarnaast zal gekeken moeten worden naar de oorzaak.
De behandeling in stadium 1 volstaat meestal met rust en eventueel ontstekingsremmers. In stadium 2 moet minimaal zes weken (relatieve) rust worden gehouden en speelt fysiotherapie een belangrijke rol in de behandeling. De behandeling in stadium 3 is hetzelfde als in 2, maar dan met een langere periode van (relatieve) rust.
De fysiotherapeutische behandeling heeft de focus op de correctie van mobiliteit en stabiliteit van het gehele schoudercomplex. Tot het schoudercomplex behoren: het schoudergewricht, het schouderblad en het bovenste gedeelte van de wervelkolom.
Daarnaast zal aandacht besteed worden aan de gehele kinematische keten en wordt, eventueel in samenwerking met de trainer / coach, naar de techniek gekeken.
Injecties in het schoudergewricht hebben geen meerwaarde bij de behandeling van intern impingement. Een operatieve behandeling bij intern impingement is alleen noodzakelijk wanneer een andere schouderaandoening de oorzaak is. Bijvoorbeeld een SLAP laesie.
Advies
Oefeningen intern impingement
Volg hier het oefenprogramma met oefeningen voor het intern impingement van de schouder.
U kunt uw klachten controleren met de online fysiotherapie check of een afspraak maken bij een praktijk voor fysiotherapie bij u in de buurt. Vragen over uw klachten kunt u ook anoniem stellen op het forum.
Referenties
Corpus, K.T., Camp, C.L. Dines, D.M., Altchek, D.W. & Dines, J.S. (2016). Evaluation and treatment of internal impingement of the shoulder in overhead athletes. World J Orthop 2016 dec:18; 7(12): 776-784.
Jansen, M.J., Brooijmans, F., Geraets, J.J.X.R., Lenssen, A.F., Ottenheijm, R.P.G., Penning, L.I.F. & Bie, R.A. de (2011). KNGF Evidence Statement. Subacromiale klachten. Jaargang 121. Nummer 1. 2011.
Manske, R. & Ellenbecker, T. (2013). Current concepts in shoulder examination of the overhead athlete. Int J Sports Phys Ther. 2013 Oct;8(5):554-78.
Nugteren, K. van & Winkel, D. (2007). Onderzoek en behandeling van de schouder. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Wilk, K.E., Reinold, M.M. & Andrews, J.R. (2009). The atlete's shoulder. Philadelphia: Churchill livingstone. Elsevier.