Tarsaal tunnel syndroom
Compressie van de nervus tibialis posterior
Bij het tarsaal tunnel syndroom zorgt een beklemming van een voetzenuw aan de binnenkant van de enkel voor klachten in de voetzool, tenen en/of hiel.

De aandoening kan bij iedereen voorkomen, maar wordt vaker gezien bij hardlopers en mensen die veel springen. De diagnose wordt nog regelmatig over het hoofd gezien.
OEFENPROGRAMMA
Tarsaal tunnel syndroom
Start nu met het online oefenprogramma dat speciaal is samengesteld voor deze klachten door onze fysiotherapeuten. Naar het oefenprogramma »
Beschrijving van de aandoening tarsaal tunnel syndroom
De tibialis zenuw loopt aan de binnenzijde van de enkel door een soort tunnel. Dit is de tarsaletunnel. Naast de zenuw lopen er ook een aantal pezen en bloedvaten in deze tunnel. De tunnel wordt gevormd door een stevige peesachtige band (retinaculum flexorum) en het botweefsel van de voet.
Bij het tarsale tunnel syndroom raakt de tibialis zenuw bekneld in de tunnel. Dit leidt tot klachten in het verloop van de zenuw.
Oorzaak en ontstaanswijze tarsaal tunnel syndroom
De klachten kunnen zowel acuut als geleidelijk ontstaan. Er zijn zeer veel oorzaken te benoemen die tot een vernauwde tarsale tunnel leiden. Denk aan standsafwijkingen van de voeten, zwelling of verdikking van structuren in of rond de tunnel, te kleine schoenen, botbreuken, verzwikkingen en overbelasting.
Klachten en verschijnselen: symptomen tarsaal tunnel syndroom
Klachten die voorkomen bij het tarsaal tunnel syndroom zijn:
- Pijn, doofheid, tintelingen en/of een branderig gevoel aan de binnenzijde van de enkel.
- Uitstralende klachten richting de onderzijde van de voet, hiel of tenen.
- Langdurig staan, wandelen of hardlopen verergert de klachten.
- In rust verdwijnen de klachten meestal. Maar er kan wel sprake zijn van nachtelijke pijn.
- Het dragen van te strakke schoenen kan de klachten verergeren.
- Soms is er een krampgevoel aan de binnenzijde van de enkel.
- In enkele gevallen stralen de klachten uit naar de binnenzijde van de kuit.
Diagnose tarsaal tunnel syndroom
De diagnose wordt gesteld aan de hand van het lichamelijk onderzoek en het verhaal van de patiënt. De zenuw wordt op rek gebracht en er wordt druk op de tunnel uitgeoefend om te kijken of dit de klachten opwekt of verergert.
Aanvullend onderzoek kan bestaan uit een zenuwgeleidingsonderzoek waarbij men kijkt hoe goed de zenuw nog prikkels kan geleiden. Eventueel kan de tarsale tunnel met een MRI in beeld gebracht worden om de oorzaak van de zenuwbeknelling vast te stellen.
Behandeling en herstel tarsaal tunnel syndroom
Het tarsaal tunnel syndroom is over het algemeen goed te behandelen. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk afhankelijk van de oorzaak van de zenuwbeknelling. De behandeling kan bestaan uit:
- Fysiotherapie.
- Medicatie.
- Een corticostereoïdinjectie, dit is een ontstekingsremmer.
- Aanpassingen aan de schoen.
- Tijdelijk dragen van een brace, spalk.
- Tijdelijk lopen op krukken of het verminderen van belastende activiteiten.
Helaas leidt dit niet altijd tot verbetering. Wanneer conservatieve behandeling de klachten niet verhelpt, dan is operatief ingrijpen misschien een optie. Hierbij wordt de druk van de tarsale tunnel gehaald en de zenuw meer ruimte gegeven. Deze operatie is over het algemeen erg succesvol.
Advies
Oefeningen tarsaal tunnel syndroom
Volg hier het oefenprogramma met oefeningen voor het tarsaal tunnel syndroom.
U kunt uw klachten controleren met de online fysiotherapie check of een afspraak maken bij een praktijk voor fysiotherapie bij u in de buurt. Vragen over uw klachten kunt u ook anoniem stellen op het forum.

Referenties
Nugteren, K. van & Winkel, D. (2009). Onderzoek en behandeling van de voet. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Verhaar, J.A.N. & Linden, A.J. van der (2005). Orthopedie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Deel dit artikel:

