Bloedonderzoek
In het bloed is de mogelijke oorzaak van veel lichamelijke klachten en ziekten te vinden en ook is te zien hoe goed een medicijn aanslaat. Om hierachter te komen is bloedonderzoek nodig. Daarvoor moet uiteraard eerst bloed worden afgenomen.
Waar kun je bloed laten prikken?
De huisarts of medisch specialist vraagt het bloedonderzoek aan. Degene die het bloed afneemt, weet dan hoeveel bloed nodig is en hoeveel buisjes nodig zijn. De laborant die het bloed later onderzoekt, weet dan ook waar hij/zij naar moet kijken. De arts die het bloedonderzoek aanvraagt, geeft ook aan of je nuchter moet zijn en of de inname van medicijnen tijdelijk gestopt moet worden. Als je nuchter moet zijn, dan mag je niet meer eten of drinken in de 8 uur voor het onderzoek.
Bloed wordt afgenomen op zogenaamde prikposten. Deze zijn vaak bij huisartsenpraktijken of ziekenhuizen te vinden. Maar er zijn ook veel andere priklocaties gewoon in de woonwijk. Vaak is het bij prikposten ook mogelijk om vroeg in de ochtend te komen of juist in de avond. Handig als je nuchter moet zijn of liever na het werk wilt gaan. Soms is het nodig om een afspraak te maken. Dit kan veelal online. Vraag de arts naar een locatie in de buurt.
Hoe gaat bloedafname in z’n werk?
De medewerker van de bloedafname controleert of de persoon op de aanvraag dezelfde is als de persoon die voor de bloedafname komt. De medewerker legt de juiste buisjes klaar en voorziet ze van een sticker met de patiëntgegevens erop. Mensen die angst hebben voor naalden kunnen dit het beste direct aangeven. De medewerker houdt hier dan rekening mee. Je moet altijd gaan zitten.
Dan wordt een strakke band om de bovenarm geplaatst. Deze stuwband zorgt er voor, eventueel in combinatie met een gebalde vuist, dat de ader een beetje opzwelt en beter te zien is. Hierdoor is het makkelijker om te prikken. Nadat de prikplek is ontsmet met een beetje alcohol wordt een holle naald in de ader geprikt. Meestal is dit in een ader in de elleboogplooi. Dit kan even pijnlijk zijn, maar dat is maar van korte duur. Het buisje stroomt dan langzaam vol met bloed. Zijn meerdere buisjes bloed nodig, dan worden deze tussendoor verwisselt.
In deze buisjes zit een antistollingsmiddel dat ervoor zorgt dat het bloed vloeibaar blijft. Dit is belangrijk om het bloed te kunnen onderzoeken. Als voldoende bloed is opgevangen, trekt de medewerker de naald weer uit de ader. Door met een watje op de prikplek te drukken, stopt het bloeden, daarna gaat er een pleister op. De bloedafname is nu voorbij. Soms ontstaat er na afloop een blauwe plek. Deze is meestal binnen een paar dagen weer verdwenen en kan geen kwaad.
Door de buisjes voorzichtig te schudden mengt het bloed met het antistollingsmiddel. Dit gebeurt met de hand of met een speciaal apparaat. Het bloed gaat dan naar het laboratorium voor onderzoek.
Wat zie je in een bloedonderzoek?
In het bloed bevinden zich onder andere bloedcellen, voedingsstoffen, bouwstoffen en afvalproducten. De samenstelling van het bloed geeft belangrijke informatie over de gezondheid, hoe goed organen functioneren en of een behandeling aanslaat.
Voorbeelden van zaken die in het bloed te meten zijn:
- Ontstekingswaarden (deze wijzen op een ontsteking ergens in het lichaam).
- IJzergehalte.
- Suikerwaarde.
- Eiwitten.
- Afvalproducten.
- Stofjes uit medicijnen.
- Hormoongehalte.
- Antistoffen tegen een bepaalde ziekte.
- Bacteriën en virussen.
- Gifstoffen zoals alcohol en drugs.
De uitslag
De resultaten van het bloedonderzoek zijn meestal binnen een paar dagen bekend en op te vragen bij de (huis)arts of online in te zien. De arts bespreekt de resultaten met de patiënt. Om te bepalen of iets afwijkend is, vergelijkt de arts de gemeten waarden met de standaardwaarden. De standaardwaarden zijn gemeten bij een groot aantal gezonde personen. Hiervan is vervolgens een gemiddelde waarde berekend. Zit je daarboven of daaronder, dan wijkt de waarde af van de normaal. Een voorbeeld van een normale waarde is ergens tussen de 5 en 10. Zit je daarboven of daaronder, dan wijkt de waarde dus af.
De arts combineert de uitslag van het bloedonderzoek met eventuele andere onderzoeken en de aangegeven klachten. Op basis daarvan beslist de arts wat de vervolgstappen zijn. Misschien volgt een verwijzing naar een (andere) medisch specialist, wijzigt er iets in het medicijngebruik of verandert er niets. Dit gaat altijd in overleg met de patiënt.
Deel dit artikel:
Gerelateerde onderwerpen
Bekijk hier alle onderwerpen.
Op zoek naar een fysio?
Fysiotherapie
Hierhebikpijn.nl biedt een uitgebreid overzicht van fysiotherapie praktijken in Nederland. Neem een kijkje en maak direct een afspraak!
Fysiotherapie in de buurt »