Ga ik nog vooruit? Metingen in de fysiotherapie.
Woensdag 10 juli 2024 om 13:56
Als je een fysiotherapeut bezoekt, dan wil je graag dat die je helpt om van je klachten af te komen. Verminderen de klachten volgens de verwachting, dan zit je op de goede weg. Is dat niet het geval? Dan moet de diagnose of het behandelplan worden bijgesteld of is een doorverwijzing naar een collega of medisch specialist misschien noodzakelijk. Om het effect van de behandeling inzichtelijk te maken en de voortgang bij te houden heeft de fysiotherapeut vele middelen tot zijn beschikking. Deze komen hieronder aan bod.
Waar zijn die metingen goed voor?
Het meten van de vooruitgang doet een fysiotherapeut niet alleen voor de lol. Het is in meerdere opzichten belangrijk om te weten hoe de vlag erbij hangt. Denk bijvoorbeeld aan:
- Evalueren van de effectiviteit: Zowel de fysiotherapeut als jij willen graag weten of de behandelingen effectief zijn. Soms is de vooruitgang niet direct duidelijk. Omdat de veranderingen subtiel zijn en je ze zelf nog niet opgemerkt hebt. Een meting maakt ook kleinere veranderingen inzichtelijk.
- Aanpassen van de behandeling: Om tot het beste resultaat te komen is het belangrijk om de behandeling continu aan te passen aan de huidige situatie. Ervaar je meer klachten, dan is de intensiteit of frequentie misschien te hoog. Gaat het juist heel erg goed, dan kan er een tandje bij. Levert een behandeling helemaal niet of te weinig resultaat op, dan moeten andere opties overwogen worden.
- Motiveren en inzicht verschaffen: Zien dat je vooruitgang boekt, geeft inzicht in het herstelproces en motiveert om door te gaan. Dit is zeker het geval bij ernstige klachten of langdurige behandeltrajecten.
- Communiceren met andere zorgverleners en zorgverzekeraars: Een (verwijzend) arts wil vaak zien wat er aan behandeling is gedaan en wat het resultaat daarvan is geweest. Ook zorgverzekeraars, letselschade advocaten en andere instanties willen hier nog wel eens naar vragen.
Hoe meet de fysiotherapeut de vooruitgang?
Vragenlijsten
Een van de manieren om de voortgang te meten, is door het gebruik van vragenlijsten die de patiënt zelf invult. Deze zijn dus subjectief. Ze helpen om de ervaren pijn, functionele beperkingen en algeheel welzijn vast te leggen. Een voorbeeld van zo’n vragenlijst is de VAS-schaal, waarbij je de pijn op een schaal van 0 tot 10 beoordeelt.
Andere vragenlijsten, zoals de QBPDS voor rugklachten of de KOOS voor knieklachten, zijn specifiek gericht op de manier waarop specifieke aandoeningen dagelijks leven beïnvloeden. Door deze vragenlijsten regelmatig in te vullen, zie je hoe jouw gevoel van pijn en beperkingen zich ontwikkelt. Let op! Dit komt niet altijd overeen met andere, meer objectieve metingen.
Herhaalde metingen en objectieve tests
Objectieve metingen van het lichamelijk functioneren voert de fysiotherapeut uit en maken duidelijk of hier iets in verandert. Denk bijvoorbeeld aan het meten van:
- Beweeglijkheid van gewrichten.
- Spierkracht.
- Stabiliteit, balans en coördinatie.
- Snelheid.
- Uithoudingsvermogen.
Lichamelijke onderzoeken
Tijdens het behandeltraject herhaalt de fysiotherapeut (een deel van) het lichamelijk onderzoek met enige regelmaat om te zien wat het effect van de behandelingen is. Dit varieert van het palperen van spieren en gewrichten om veranderingen in spierspanning en gevoeligheid te voelen, tot het observeren van bewegingen tijdens dagelijkse activiteiten zoals lopen of hurken. Deze observaties helpen om te beoordelen of beweegpatronen verbeteren en of specifieke bewegingen nog steeds pijn veroorzaken.
Aanvullende diagnostische onderzoeken
In sommige gevallen is het nodig om verder te kijken dan met het blote oog mogelijk is. Dat is waar aanvullende onderzoeken om de hoek komen kijken. Aanvullend onderzoek is nuttig om de ernst van een blessure in beeld te brengen of als niet duidelijk is waar de klachten vandaan komen.
Steeds meer fysiotherapiepraktijken gebruiken echografie om klachten van spieren, pezen en slijmbeurzen te beoordelen en evalueren. Andere onderzoeken moeten in het ziekenhuis plaatsvinden, zoals het maken van röntgenfoto's en MRI’s. Door deze onderzoeken na een tijdje te herhalen is bijvoorbeeld na te gaan of een bot goed is genezen na een breuk en of artrose verder is verslechterd of niet.
Voortgangsgesprekken
Naast al deze metingen en onderzoeken zijn regelmatige voortgangsgesprekken een belangrijk onderdeel van het behandelproces. Tijdens deze gesprekken bespreek je hoe je je voelt, welke veranderingen je hebt opgemerkt, en of je zorgen hebt met betrekking tot de behandeling. Deze feedback is van onschatbare waarde, omdat het helpt om de behandeldoelen bij te stellen.
Wat kun je zelf doen?
Naast de vragenlijsten, tests en onderzoeken die de fysiotherapeut uitvoert, zijn er ook manieren om zelf de voortgang bij te houden. Door het bijhouden van een dagboek waarin je pijnniveaus, beperkingen en gevoelens opschrijft. Dit helpt om patronen te herkennen en het herstelproces beter te begrijpen. Apps of smartwatches zijn ook geweldige hulpmiddelen.
Conclusie
Het meten van je voortgang tijdens fysiotherapie is een continu en dynamisch proces dat helpt om het behandelplan gerichter af te stemmen op behoeften en doelen. Als jij je betrokken en geïnformeerd voelt over je herstelproces, bereik je samen met de fysiotherapeut de beste resultaten.
Belangrijk om te benoemen is dat het moment waarop de meting plaatsvindt invloed heeft op de uitslag. Iemand kan een heel goede of juist heel slechte dag hebben. Daarom is het belangrijk om metingen regelmatig te herhalen en deze altijd te bekijken in de context van het totale behandelplan.
Deel dit artikel:
Meer lezen?
