mediaal tibiaal stress syndroom

#1
Ik lees verschillende opvattingen over de oorzaken van MTSS.

Volgens één theorie zou overbelasting van spieren die vasthechten aan de binnenkant van het scheenbeen, door trek aan het beenvlies, irritatie en ontsteking veroorzaken van deze buitenste laag van het bot waaraan de spieren vasthechten. Met name overpronatie is een van de oorzaken.
Een tweede theorie is, dat de directe impact en torsiekracht die het scheenbeen te verduren krijgt tijdens rennen en springen leidt tot een stressreactie van het bot.

1. Zijn beide theorieën nog steeds gangbaar of zijn er inmiddels onderzoekingen die nieuwe inzichten geven?
2. Heeft e.e.a. eventueel ook te maken met de wijze waarop het eerste contact van de voet (voorvoetlanders vs hiellanders) tijdens het hardlopen plaatsvindt?
Ik lees, dat het eerste grondcontact op het voorste ⅓ deel van de voet een van de oorzaken van MTSS zou zijn.
MTSS als incidentie, verwacht ik eigenlijk eerder bij hiellanders vanwege een grotere, weliswaar voorbijgaande, impactpiek tijdens het eerste grondcontact op de hiel.

Re: mediaal tibiaal stress syndroom

#2
Beste Egos,

Er zijn heel veel opvattingen over de oorzaken van MTSS, hier is tot nu toe geen eenduidigheid over. De laatste update van goed wetenschappelijk onderzoek is uit 2015 die verschillende risicofactoren laat zien. De reden waarom dit risico factors zijn hebben nog hypotheses en geen zekerheid.
Buiten dit alles, is er één belangrijke oorzaak en dat is overbelasting. Het is een overbelasting syndroom. Dus er is in te korte tijd te veel belast of de herstel tijd is niet voldoende geweest. De risico factoren maken dit natuurlijk heel persoonlijk en zijn wel enorm van belang.

risico factor 1: BMI, dit komt in vele onderzoeken naar voren als een groot risico factor.

2) navicular drop, dit wil zeggen het naviculaire botstuk kan naar beneden zakken waardoor de voetboog wat minder hoog wordt. Dit is ook een indicatie voor pronatie. maar de pronatie tijdens het hardlopen is juist van belang om de schokbelasting op te vangen. Er is nog geen duidelijke achterliggende theorie hierover, maar wat ze nu denken is dat een verminderde navicular drop een vergroting van de scheenbeen rotatie geeft wat nodig is om als schokdemper te dienen. Bij een vergrote navicular drop is deze rotatie minder aanwezig en dus de schokabsorptie minder

3) vergrote plantairflexie. De theorie hierachter is dat er een vergrote afzet moet zijn van de voet buigers die de aanhechting op het scheenbeen hebben. Dit komt dus inderdaad voor bij voorvoetlanders, maar er is ook een theorie dat navicular drop en vergrote plantair flexie een relatie met elkaar hebben.

4) vergrote heup exorotatie. Hier is de theorie nog erg onduideijk over, maar de onderzoeken laten zien dat heup rotaties en MTSS wel met elkaar gelinkt zijn ook als risicofactor. Of dit komt door de stand van de heupkop of door spierdysbalans is onduidelijk.

Dus ja zover bekend is bij voorvoetlanders de kans op MTSS vergroot door de kracht die de spieren moeten leveren bij de afzetfase. Maar overpronatie is dus niet een duidelijke risico factor, terwijl dit veel genoemd wordt en ook gecorrigeerd. Maar er is pronatie nodig om de schok op te vangen. Als je deze pronatie tegen houdt door zolen of anti pronatie schoenen is deze schokdemping functie weg. Het is helaas onduidelijk wanneer functionele pronatie overgaat in overpronatie of te wel teveel pronatie. Het scheenbeen moet dus ook een torsie maken om de kracht op te kunnen vangen.

Succes