Aangezien ik sinds 1995 op de sukkel ben met de rug ga ik mijn verhaal serieus inkorten om het makkelijk te houden.
Sinds 1995 rugpijn. MRI, RX, resultaat Spondylolyse L5 (lage graad 1 van lysthesis t.o.v S1).
Nu in 2017: Gekende Spondylolyse L5, Facetartrose L4-L5 en discartrose L3-L4
Zeer veel neurochirurgen bezocht ondertussen en niemand wil er aan beginnen omdat ik
weinig of geen zenuwpijn heb enkel bij koud weer een beetje pijn in rechter been (kuit). Bij goed weer is dit er niet.
Mijn grootste probleem is van zit naar rechtop komen en vooroverbuigen ( moet me steeds vasthouden ).
Kan 10 km stappen, kan 2u fietsen.
Bij fietsen geen pijn, bij wandelen ook niet. Afstappen van de fiets moet ik op het gemak doen.
Lang staan, zitten geven wel problemen.
Stijf gevoel in de rug. Kan pijnscheut opwekken door iets naar voor te buigen
Nu heeft er me nog niemand iets verteld over hoe pijnlijk deze toestand al dan niet is.
Zouden het misschien de rugspieren kunnen zijn begin ik al te denken? Ontstoken of geïrriteerd?
Waarom denk ik dit nu ineens: Omdat als ik TENS plaats op de rug dit ongeveer dezelfde pijnprikkels geeft en ik daarna meer last heb.
Voorovergebogen naar rechtop komen lukt niet zonder te steunen op tafel of stoel (geen kracht >> pijn ).
Ga dus altijd door de knieën i.p.v te buigen.
Reeds alles doorlopen: Kine, accupunctuur, tractie, facetdenervatie, fasciatherapie, osteopaat....
Ik word er stilaan moedeloos van zodanig erg dat ik al 1.5j aan de antidepressiva zit.
Rugspieren zijn slecht. Normaal als je de rug niet kan gebruiken.
Alvast bedankt voor het lezen en voor de hulp.
Nog iets: Als ik bij de tandarts op de stoel lig en deze beweegt de stoel naar achter krijg ik een sterke pijnscheut in de rug.
Hieronder het verslag van 2017 van de laatste chirurg die het had over de slechte staat van de rugspieren.
Patiënt consulteert voor therapeutisch advies naar aanleiding van zijn rugklachten, dewelke ik uiteindelijk zeer goed kan begrijpen. Van voor af aan moeten we hier stellen dat het een wat moeilijker dossier is met relatief dun ijs en dat de nodige voorzichtigheid, maar vooral terughoudendheid in verband met agressieve therapie de grootste garantie betekent dat de patiënt op lange termijn niet in echte problemen terecht geraakt.
We worden hier geconfronteerd met een bilateraal lysis/listhese graad 0,5 maar ook met discartrosische veranderingen op het niveau L3/L4 en op botscan zien we zelfs dat de bovenliggende segmenten aldaar niet van de beste kwaliteit zijn. Het idee dat één van deze segmenten dus exclusief verantwoordelijk is voor de rugklachten van de patiënt is van voor af aan verkeerd. Het is een multisegmentaal probleem waarbij dat een eenvoudige oplossing eigenlijk niet bestaat.
De basisproblematiek is een gebrek aan core stability, ik heb de patient gewezen op de kwalitatief werkelijk ondermaatse toestand van onder meer de paravertebrale spieren, juist dat spierkorset wat de patient zou nodig hebben om alle hiaten in de stabiliteit op te vullen.
De idee dat een operatie bij deze patiënt een meerwaarde zou kunnen betekenen over langere termijn is
misschien een mooie droom, maar met zekerheid bedrog.
Dat de patiënt hier nooit een restitutio ad integrum gaat bereiken moet ook hem eigenlijk heel duidelijk zijn.
Een goede informatie met begrip voor de biomechaniek van de wervelzuil moet hem eigenlijk zelf klaarmaken wat kan en wat niet kan. Veel wat de patient mij gezegd heeft wat hij kan, zou hij beter niet vertonen.
Patient kan eigenlijk alleen maar zijn huidige situatie verbeteren of op zijn minst stabiliseren met een zeer
consentieus programma van rughygrëne en reconditionerende maatregelen. Mijn voorkeur voor onder meer rugzwemmen en aquagym heb ik hem duidelijk gemaakt. Dit is ook geen programma van een sessie van 9 keer op voorschrift, maar een levensopdracht.
Wanneer de neurologie ons zou dwingen of hij in x-aantaljaren met een prachtig programma achter de rug toch met intrek tot de pijn zou komen dan kan men over een operatie terug gaan spreken, maar dan moet men met alle voor en tegen rekening houden en de patiënt ook zijn verwachtingspatroon niet verkeerdelijk invullen.



